Friday 27 December 2013

Een gesprek met: Ebenezer C. Whitford



‘Ohww, was ik maar een gijzelaah-aar...’ citeer ik De Dijk totdat de handlanger sneert: ‘Oh, houd je bek!’ en een oude sok in mijn mond steekt. Deze handlangers nemen elke maatregel als zij mij naar het hol van hun leider brengen; Ebenezer C. Whitford. Pas geleden, voordat ik naar London ging had ik tegen deze Steampunkmaker, die beter bekend staat als Steamer Gearhead, gezegd dat ik graag zijn laboratorium zou komen bezoeken. Kennelijk vond hij dat reden genoeg om mij uit de trein naar Constantinopel te ontvoeren met zijn teleportatiemachine. Ik wist wel dat hij veel waarde hechtte aan geheimhouding, maar niet dat hij het zó serieus nam. Aan de andere kant krijg ik eindelijk de kans om zijn laboratorium te zien, dus... dat is mooi.
Na een korte wandeling word ik geblinddoekt een trap afgeleid. Het wordt kouder en de geur van schimmel drijft op de lucht, vermengd met de ijzeren reuk van gas. Het kan niet ver meer zijn.
Als we de trappen zijn afgedaald wordt eindelijk mijn blinddoek afgedaan en het bruine plakband van mijn monogoggle getrokken.





 ‘Auh!’
De blauwe vonken en het licht van plasma doet pijn aan mijn ogen. Met één ooglid dichtgeknepen pas ik de instellingen van mijn monogoggle aan om de schoonheid van deze creaties te kunnen bewonderen. De ruimte is zowel een salon als laboratorium en werkplaats ineen, compleet met onbeschrijfelijke machines, wapens en zelfs een compleet gemechaniseerd harnas... En fietsen die in reparatie zijn, om de een één of andere of andere reden.
Tussen het magnetische geknetter van stroomleidingen en flitsen van schichten zit Ebenezer C. Whitford in een leer beklede fauteuil aan een salontafel een sjekkie te draaien. Een handlanger ontdoet mij van de resterende boeien drukt me in de stoel tegenover hem.
Ebenezer blaast een lange pluim uit en zegt: ‘Welkom in mijn laboratorium, Dankaert.’
Ik kijk om me neem. ‘Het kan aan mij liggen, maar ik heb het idee dat dit een fietsenmakers werkplaats is.’ 

Ebenezer: ‘Een man moet zijn brood ergens mee verdienen. Wordt enigszins onderbetaald, maar het is een goudmijn voor mijn projecten.’ 

Dankaert: ‘Oké, maar waarom fietsen?’

Ebenezer: ‘Fietsen bouwen was een hobby van mij. Ik trok kapotte fietsen uit het oud ijzer, of vond ze langs de kant van de weg. Zo heb ik ook de riksja gevonden die hier staat.’ 

Dankaert: ‘Maak je dat soort fietsen nog steeds?’ 

Ebenezer: ‘Nee. Geen tijd. Ik moet al meer werken om het onderhoud van mijn nieuwe onderkomen te kunnen betalen. Dus na een werkdag kan ik geen fiets meer zien. Maar zoals gezegd is het kringloopbedrijf waar ik werk wel een goudmijn voor mijn projecten.’ 

Dankaert: ‘Dus dat is alles wat je nog doet?’ Ebenezer: ‘Rollenspellen zijn nog altijd vaste prik voor mij een groep vrienden, met een spelsysteem dat door een vriend van me is bedacht. Het is de ideale manier om mijn concepten in de praktijk te testen.’ 

Dankaert: ‘Steampunk?’ 

Ebenezer: ‘Vroeger wel. Nu spelen we een verhaal dat zich afspeelt in de ruimte. Daarnaast houd ik mij nog bezig met Warhammer 40.000.’ Ik gluur door de raampjes van een tussenwand in het laboratorium, waarachter een compleet diorama staat uitgestald vol Ruimtemariniers en oorlogsmachines, waaronder een tank met dubbelloops laserkanonnen aan weerzijde. ‘Ik zie het.’
Dankaert: ‘Hoe ben je met tinkeren begonnen?’ 

Ebenezer: ‘Ik heb altijd passie gehad voor mechanische onderdelen. Het begon als klein jochie, toen haalde ik graag dingen uit elkaar, puur uit interesse. Niet dat ik ze altijd weer in elkaar kreeg... Mijn moeder vervloekte me om de oude televisies en andere rommel die ik uit het grofvuil meesleepte. Daarnaast was ik ook veel bezig met Lego en Meccano. Na de middelbare school volgde ik een opleiding autotechniek, welke ik helaas niet heb afgemaakt. Maar mede hierdoor ben ik wel in het fietsenmakers vak terecht gekomen. Ik sleurde eerst wrakken van de straat en verkocht ze voor een zacht prijsje aan vrienden, maar met de opgedane ervaring kon ik daarna wel mooi aan de bak als beheerder van de fietsenafdeling van een kringloopbedrijf.' 

Dankaert: ‘Waar haal jij je inspiratie vandaan?’ 

Ebenezer:‘Ik haal het niet specifiek ergens vandaan. Bij mijn eerdere projecten een beetje uit Warhammer 40.000 misschien. Maar wat ik vooral doe is rotzooi bij elkaar rapen en dan kijk ik wel wat het wordt. Steampunk kwam ik per toeval twee en een half jaar geleden tegen op internet en dacht, dat ga ik ook eens proberen. Daarvoor was het gewoon knutselen met oude rommel en kijken hoe de losse onderdelen bij elkaar passen. De Raygun is bijvoorbeeld begonnen als staande lamp en heb ik steeds verder uitgebouwd. Ik zet feitelijk gewoon rotzooi aan elkaar totdat het er esthetisch goed uitziet. 


Dankaert: ‘Veranderde jouw ontdekking van Steampunk iets aan de manier hoe jij je objecten ontwierp?’ 

Ebenezer denkt even na: ‘In zekere zin wel. Daarvoor was het een soort van allegaartje. Alles wat potentie had sleepte ik mee en uiteindelijk moest die afvalberg weer worden ingekrompen. Nu ben ik meer gefocust om het binnen die stijl te houden. Maar dat heeft natuurlijk ook met de inrichting van mijn laboratorium te maken.' Dankaert: ‘Vind jij jezelf een Steamer?’ 

Ebenezer: ‘Vind ik moeilijk te beantwoorden. Op facebook noem ik mezelf een fietsenprutser, maar sommigen vertellen mij dat ik eigenlijk al een steamer was voordat ik wist wat het was. Eigenlijk schroef ik gewoon graag dingen in elkaar op een manier waar ze niet voor bedoeld zijn. Het is slechts een benaming en net zoals ik mijzelf geen kunstenaar wil noemen, is het voor mij niet meer dan een etiketje dat mensen ergens opplakken. 

Dankaert: ‘Wanneer is iets voor jou steampunk?’ 

Ebenezer: ‘Wat ik belangrijk vind is dat objecten, ongeacht het materiaal wat gebruikt wordt, er uitzien alsof ze zo uit 19de eeuw lijken te komen. Het hoeft niet persé op stoom te werken.’ 

Dankaert: 'Waarom is die negentiende eeuw voor jou zo belangrijk?' 

Ebenezer: ‘Vanwege mijn fascinatie met mechanica en de industriële revolutie. Maar voor mij is het qua uiterlijk ook een must, omdat het anders niet meer aansluit bij de rest van mijn laboratorium. Het is dus ook een kwestie van continuïteit.' 

Dankaert: ‘Welke elementen van Steampunk spreken jou zo aan?' 

Ebenezer: 'Vooral de esthetiek. Ik houd van nostalgie en werken met afvalmateriaal. De literatuur zelf spreekt mij minder aan met name omdat ik me er nog niet erg in verdiept heb. De steampunk-bands vind ik leuk op festivals, maar niet voldoende aan voor mezelf aan te schaffen. Groepen en festivals zijn voor mij ook bijzaak. Ik doe het vooral om het creëren.

'Plots springt Inouk op van zijn kleed en rent blaffend op het Warhammer diorama af.
Ebenezer staat op en gaat bij hem staan. Argwanend staren ze over het slagveld, vol ruimtemariniers en buitenaards tuig. ‘Is er wat?’ vraag als ik bij hen kom staan. Ebenezer gebaart me stil te zijn. ‘Ze zijn hier.’ Ze? Geïntrigeerd staar ik naar de tafel en kijk rond tussen de talloze miniaturen. Ineens worden lichten van één van de tanks ontstoken en een motor begint te ronken. Met verbazing kijk ik toe hoe de tank zijn laserkanonnen in positie brengt terwijl het op zijn plaats draait. Ebenezer buigt zich over de tafel in een poging het voertuig te grijpen, maar hij is te laat. Stukken stopverf en kalk schieten onder de rupsbanden vandaan als de tank wegscheurt en over de rand van de tafel rijdt. Inouk probeert de tank nog in te halen, maar kan niet voorkomen dat de tank door een gat in de muur ontsnapt. ‘Hoort die dat te doen?’ vraag ik, terwijl Inouk voor het gat staat te blaffen.
Ebenezer vloekt binnensmonds. ‘Nee, dat zijn de boozers weer! Iemand, geef me mijn vlammenwerper!’ ‘Boozers?’ ‘Ken je die kleine bouwvakkertjes uit de Freggels?’ vraagt hij terwijl een handlanger hem de vlammenwerper aangeeft.
‘Je bedoelt Doozers,’ corrigeer ik hem. ‘Die groene met de bouwhelmpjes en de constructies die door de Freggels worden gegeten.’
‘Nee, boozers zijn de neanderthaler variant van hen,’ antwoord Ebenezer terwijl hij de vlammenwerper in het gat ontsteekt. ‘In plaats dat ze dingen zelf bouwen jatten ze mijn spullen. Maar niet langer!’ roept hij en lacht sadistisch als een aanhoudende pluim rook uit het gat komt. 

Dankaert: ‘Genoeg vraag naar jouw spullen dus?’ 

Ebenezer: ‘Afgezien van de boozers? Vraag is een groot woord. Mensen zeggen wel eens dat ik hier mijn vak van zou moeten maken. Maar dat heb ik ook met fietsen gedaan en sindsdien heb er thuis geen zin meer in. Ik ben bang dat hetzelfde met Steampunk zal gebeuren als ik dit als 'werk' zou gaan doen.’

Dankaert: ‘Wat is jouw favoriete creatie?’ 

Ebenezer:‘De hele inhoud van mijn laboratorium eigenlijk. Alles is immers gemaakt om bij elkaar te horen. Het één groot geheel.’ 

Dankaert : ‘In dat geval, wat is je meest complexe ontwerp?’ 

Ebenezer: ‘Het harnas. Het moest immers op mijn maat worden gemaakt.’

Dankaert: ‘Zou je daar afstand van kunnen doen?

Ebenezer denkt even na: ‘Moeilijk... Ik heb al aanbiedingen gehad, waaronder van het Spoorwegmuseum in Utrecht, dat tegenwoordig een Steampunk-attractie heeft, Vuurproef. Hun curator had mijn objecten in een winkeletalage gezien, waar ik wat spul mocht exposeren. Ze boden me een mooi bedrag voor deze objecten, maar heb het vriendelijk afgewezen. Als ik objecten zou maken voor het grote publiek ben ik bang dat de lol er snel vanaf gaat, net zo als bij het fietsenmaken.’ 

Dankaert: ‘Je hebt gezegd dat je geen kunstenaar bent. Vindt jij jezelf wel een steamer?’ 

Ebenezer: ‘Wanneer bestempel je jezelf als iets? Niet in mijn dagelijks leven. Ik kleed me als een Steamer op evenementen om niet uit de toon te vallen tussen mijn objecten, maar verder ben ik gewoon een tinkeraar die lekker met zijn hobby bezig is.’ 

Dankaert: ‘In dat geval, is een object Steampunk als het elementen van verleden, heden en toekomst bevat? Of juist als Steamers het mooi vinden?’ 

Ebenezer: ‘Voor mij zijn de elementen van verleden, heden en toekomst belangrijker. Of Steamers het mooi vinden, is voor mij eigenlijk bijzaak, hoewel dat natuurlijk wel mooi meegenomen is.’
Dankaert: ‘Nog concrete projecten in het verschiet?’ 

Ebenezer: ‘Momenteel alleen mijn laboratorium. Maar dat gaat nog wel even duren in verband met tijdgebrek. Daarbij is een dergelijk project eigenlijk nooit echt af, er is altijd nog wel ergens ruimte voor uitbreiding.’ 

Dankaert: ‘Maar wat als geld, tijd, materialen en mankracht geen probleem zouden zijn, wat zou je dan willen maken?’ 

Ebenezer: ‘Een luchtschip, gebaseerd op de Hindenburg! Compleet met wapenarsenaal, maar mogelijk een kleinere ballon, dat blijft per slot van rekening een zwak punt.’ 

Ik steek mijn pen in mijn borstzak en zet mijn recorder uit. ‘Dan geloof ik dat ik al mijn vragen heb gehad. Kan ik nu gaan?’ vraag ik hoopvol.
  Ebenezer strijkt bedenkelijk over zijn kin. ‘Je weet de locatie van mij laboratorium...’ oppert hij.
‘Ah, kom op, protesteer ik. ‘Jij hebt me hier gebracht.’
‘Had er eigenlijk niet over nagedacht... Maar gelukkig heb ik nog wapens die getest moeten worden.’ ‘Door mij?’ vraag ik onzeker.
‘Op jou,’ antwoord hij direct en wenkt naar zijn handlanger. Iedereen wordt stil als een ronkend geluid naderbij komt. Het klinkt als... ‘Vliegende tank!’ roept een handlanger als hij in paniek aan komt rennen, gevolgd door een barrage van groene stralen.
Mijn mond valt open als een de buitgemaakte tank van de Boozers, hangend onder een luchtballon, komt binnen vliegen. De laserkanonnen aan de flanken schieten onophoudelijk op de creaties van Ebenezer, die schreeuwend met de vlammenwerper achter het luchtschip aanrent: ‘Die rotbeesten hebben mijn idee gejat!’
Verstijfd kijk ik toe hoe Ebenezer en zijn handlangers met plasma, lasers en weet ik het wat op het luchtschip schieten. Eén van hen raakt de motoren van de tank, waarop het toestel neerstort, in een kurkentrekker-achtige spiraal door het laboratorium vliegt en één van de vele plasmaleidingen raakt. Een alles verterende stroom van plasma spuit de ruimte in. Ebenezer vloekt tegen zijn handlangers, die in een staat van totale paniek proberen te redden wat er te redden valt: ‘Sluit de kranen en buizen! Sluit de elektriciteit af... Nee, niet de stoommachines! Wat heeft dat nu van zin!’
In de chaos grijp ik mijn kans en ren terug de trap op naar buiten, mijn vrijheid tegemoet. Jammer, het is een mooi laboratorium, maar ik vrees dat ik beter bij Ebenezer uit de buurt kan blijven...

Sunday 22 December 2013

Kort: Strandbeesten

Geen zin vandaag om aan een uitgebreid artikel te werken. Met het intervieuw met Steamer Gearhead en de laatste twee artikelen heb ik even mijn quota bereikt. Dus wat korte dingen die ik wilde posten
Er is een nieuwe websierie in de maak, Aether Affairs the Webseries. Verder kan er nog niets over vinden, maar als je webseries leul vindt,  houdt hun Facebook in de gaten.

Dan iets anders wat ik al een tijdje wil laten zien. De Strandbeesten van Theo Jansen! Is het Steampunk. Wat boeit het. Er zouden hier Steampunk geinspireerde werken van moeten komen.




Sunday 15 December 2013

Tupperware Steampunk 1 jaar!




 Eindelijk is het zover! Tupperware Steampunk is één jaar jong! Dat is elf maanden langer dan ik verwacht had het vol te houden, maar zie wat uiteindelijk in een jaar tijd is bereikt. 88 artikelen. Van bijna 400 bezoeken in de eerste maand naar 7800 in totaal.
Gezien dat 2013 afloopt en 2014 voor de deur staat, een mooi moment terug te kijken naar het afgelopen jaar.


Voor de lezers die dit blog niet kennen of weten hoe het is begonnen, een korte samenvatting. Ik ben begonnen met recensies van films en videospellen. Het promoten van Steampunk-gerelateerde projecten in binnen en buitenland. Verslagen van evenementen die ik heb bezocht. Onderwerpen van historische aard, maar ook een drieluik over de literaire betekenis van ‘Elysium’.

In de tweede helft van afgelopen jaar ben ik begonnen met het organiseren van interviews, met dezelfde angst. Maar dankzij Ruud de Korte, Tessa Waalderbos en Ebenezer Whitford ben ik over de koud watervrees heen. Ook nu moet een overzicht maken van mensen met wie ik afspraken heb staan en welke ik voorrang moet verlenen.

Kortom Tupperware Steampunk gaat door en dit is omdat de Steampunk-gemeenschap door gaat. Hopelijk zal Tupperwaresteampunk daar een relevante rol in gaan spelen.
Wat Steampunk verder voor mij betekend heb ik begin deze maand uitvoerig besproken. In het begin was ik bang dat ik binnen korte tijd geen inspiratie kon vinden. Gelukkig ontdekte ik snel dat er voldoende onderwerpen blijken te zijn waardoor ik nu een collectie aan niet afgeronde artikelen in afwachting heb liggen.
Het doel van dit blog was deels om voor mij zelf een definitie voor Steampunk te vinden, of ieder geval de kern te vinden. Hoewel ik intussen een soort definitie voor mijzelf heb weet ik niet of het gros van de Steamers zich daarbij aan zal sluiten, maar de ‘kern’ heb ik gevonden; het is de eigenheid van de leden van de gemeenschap.


Over de gemeenschap gesproken, wat heeft iedereen afgelopen jaar gedaan? Aangezien het bijna 2014 is en met Het Plein der Verlichting het seizoen aan een einde is gekomen wil ik van deze gelegenheid gebruik gaan maken om de gebeurtenissen en ontwikkelingen van 2013 door te nemen.
Naast de gebruikelijke fairs, zoals Castlefest en Elfia heeft Nederland nu terugkerende Steampunk meentings. Dit jaar vond de eerste editie van D.E.S.C.  plaats en de tweede editie van Emporium Vernesque. Ook werd Steampunk gerepresenteerd in een historische setting, wat hopelijk meer navolging gaat krijgen. Ook zien we kleine groepen opkomen, zoals The Aviator en The Storme Witness.
Dan was er nog de tentoonstelling in ... waar Helene Smits van Alskaer haar Steampunk jurken en foto's exposeerde.

Steampunk heeft ook veel media aandacht gehad. In November ben ik zelf drie keer in het nieuws geweest. In april is de Steampunk Objective in Raalte opgenomen door Man bijt Hond. Uiteraard zullen er meer steamers in het nieuws zijn geweest waar ik niet van op de hoogte ben. Dus, als iemand wat opvangt, geef het door.

(Ahh, helemaal vergeten. Ruud de Korte heeft nog zijn fotoboek, Steampunk Empire uitgebracht. Het is onder andere hier te verkrijgen)




Emporium Vernesque in het nieuws



 
Post Nuclear Steam Fasionshow, op 27 juli te Utrecht tijdens Summer Darkness. Helaas was ik hier niet bij dus kan ik verder geen commentaar geven. Maar zelf ben ik erg te spreken dat het geen traditionele/victoriaanse Steampunk is, waar ik op meer dan één momenten al commentaar op heb gegeven.

Maar er gebeuren niet alleen leuke dingen. Dit jaar moest de internationale Steampunk gemeenschap afscheid nemen van Steampunkmaker Richard Nagy, beter bekend als Datamancer. Datamancer was één van de eerste kunstenaars binnen de scene die van naam leerde kennen; zijn computers vallen zelfs op in een boek als de Steampunk Gazette. Ik meen zelfs dat er geen Steampunker bestaat die zijn labtop niet voorbij heeft zien komen.


Helaas is hij eind november in een auto-ongeval om het leven gekomen en volgens Gareth Branwyn, van makezine.com, was het zelfmoord. Een tragische einde voor één van de belangrijkste gezichten van de Amerikaanse makers-movement en een zwaar verlies voor ons allen. Voor zijn familie worden nu een aantal van zijn objecten op een veiling aangeboden. Meer hier over vindt je op beyondvictoriana
 
Maar de wereld gaat door en om niet op zo’n donkere noot te eindigen wil ik jullie op een aantal lopende projecten attenderen. Ten eerste zullen ‘D.E.S.C.’ en ‘Emporium Vernesuqe’ het komende jaar weer worden georganiseerd. Ook ‘Het Plein der Verlichting’ zal weer terug keren, mogelijk in een andere vorm. Verder heeft ‘The Aviator’ iets spannends belooft.
In april kunnen wij ook een boek verwachten van Brad Winning, ‘Ondergang’.
Op de Elf Fantasy Fair in Arcen, april 2014, zal uitaard de Koninklijke Verkiezing worden gehouden. Dit keer zal de Steampunk gemeenschap worden vertegenwoordigd door Captain Lilith Vanderstorme en James R. Fluffington. Maar kunnen ze de concurrentie aan? We houden u op de hoogte.

Natuurlijk hoop ik dat Tupperware Steampunk zich verder zal ontwikkelen. Mijn eerste wens is een betere website waarin oudere artikelen eenvoudig kunnen worden teruggevonden per categorie.
Ten tweede hoop ik het team uit te breiden zodat meer visies en meer onderwerpen aan bod komen. Dat heeft er ook mee te maken dat ik graag een Engelstalig blog wil maken,met vertalingen van oudere artikelen, maar ook nieuwe. Maar daarvoor heb ik hulp nodig, want ik heb gewoon geen tijd om twee blogs te onderhouden. Verder zou ik illustraties en/of foto willen om de artikelen op te leuken.

Ten derde, “ahh. My Mistery projects”. Ja, ik heb ook wat andere projecten waar ik aan meewerk. Hopelijk komen deze in 2014 van de grond.
Kortom, ik heb zin in 2014. Zelden heb ik zo uitgekeken naar het nieuwe jaar. Ik hoop dat het ook voor mijn lezers geldt.

Laat in de reacties hieronder (of op facebook) alstublieft weten hoe jullie terugkijken op 2013. Wat zijn jullie hoogtepunten en eventuele dieptepunten. Vertel wat jullie verwachtingen zijn voor 2014 en waar jullie naar uitkijken in het komende jaar

Voor de rest, prettige feestdagen en een creatief en vooral gelukkig nieuw jaar toegewenst door Tupperware Steampunk.



Verslag: Plein der Verlichting, 14 december 2013



Ik wilde al een aantal jaar naar de Dickens Markt te Deventer, wat tot heden bekend staat als de grootste Dickens Markt. Deze markten worden in heel Nederland georganiseerd en niet ver van elkaar. Concurrentie was dus groot, maar of deze markten konden tippen aan de Dickens en Kerstmarkt in Steenwijk is zeer de vraag.
Aan de Kalverstraat, in het centrum van Steenwijk, was het Het Plein der verlichting; een plaats waar de Steampunk Objective en The Aviator waren neergestreken. Er waren ook standhouders, zoals Steampunk Leather en Alskaer die hun waren in de Klaverstraat zelf verkochten. Misschien heeft Steenwijk dan niet de grootste markt, maar wel de bijzonderste.

Foto, Turuk Makto
Een behaaglijke kerstsfeer hing in het centrum van de stad. Zangkoren gekleed in stijl begaven zich door de oude straten en oude stallen werden gebruikt als muziekbokalen.
De vlammen uit de brander van een luchtballon trok een constante stroom van nieuwsgierige bezoekers naar het plein om zich vergapen aan de Steampunkers, die zich voor de gelegenheid met lichten hadden opgesierd. De Steenwijkers vonden het wel erg ´spannend´ om in het donker tussen de gekostumeerde Steamers te lopen, maar wel heel mooi. Het plein was dan wel niet groot, honderden bezoekers liepen langs de bescheidde bezetting. Sommige zijn zelfs meerdere malen langsgekomen om zich te warmen bij het vuur. Daarbij toonde ze interesse voor het genre waar het gros niet eerder van gehoord hadden en door het hele centrum werd gesproken over, die figuren aan de Kalverstraat.
 


De Steamers werden goed verzorgd. Vier vuurtonnen en een pallet hout verwarmde het hele plein en voldoende warme dranken en lekkernijen waren voorhanden om hen door de koude avond te helpen tot aan het moment dat iedereen had afgebroken die nacht.
Ik wil in het bijzonder de bemanning van The Aviator complimenteren voor hun act. De groep had een vragenlijst opgesteld voor kinderen die ze konden invullen naar aanleiding van de verhalen van de bemanning en hun achtergrondverhalen. Super! Ik hoop dat dit concept navolging zal krijgen.
Noor Heyen, de organisatrice van Het Plein der Verlichting, was erg te vrede over de vrijwilligers en heeft aangekondigd dat het volgend jaar weer georganiseerd zal worden. Als hier meer over bekend is zal Tupperware Steampunk de lezers hiervan uiteraard op de hoogte houden.

Ik had nog van de gelegenheid gebruik gemaakt om te trakteren in verband met de naderende verjaardag van Tupperware Steampunk. Helaas waren de cupcakes mislukt, dus moesten de Steamers het doen met mijn misbaksels. Ik verwacht de evaluatieformulieren van de bijwerkingen binnenkort in de brievenbus.
Wat mij betreft een mooie afsluiting van het seizoen en volgend jaar weer.