Tuesday 28 May 2013

The Adventures of Brisco County Junior



Houd u van Bruce Campbell (Evil Dead, Burn Notice, Buba Hothep), rakettreinen, luchtschepen, motoren tanks, cowboys, ninja’s, kwaadaardige geniën uit de verre toekomst, superkrachten en landpiraten? Dat allemaal in het wilde westen voor 1900? Dan is de serie The Adventures of Brisco County Junior (1992-1993) de televisieserie voor u.

The Adventures of Brisco County Junior spelen zich af in het amerikaanse Wilde Westen rond 1890 waarin de ex-advocaat Brisco County jr. achter de Bly Gang aan zit nadat deze schurken zijn vader hebben vermoord. De inzet van deze zoektocht blijkt echter groter dan verwacht als Bisco ontdekt dat de beruchte John Bly, de leider van de Bly Gang, meer blijkt te zijn dan een gewone desperado. Bly zit namelijk achter de Orb aan. Een mysterieuze sphere die mensen superkrachten geeft en zelfs uit de dood kan doen herrijzen.



Het mag duidelijk zijn dat dit geen typische western is. Het heeft futuristische en anachronistische elementen die in elke aflevering terugkomen. Daarnaast is het een ode aan de popcultuur en westerns, zoals een sheriff die zich als Elvis kleed en gedraagt. John Bly heeft veel weg van Khan, de schurk uit Star Trek 2 (maar dat kan toeval zijn) en in de laatste aflevering worden er heel veer verwijzingen gemaakt naar op dat moment bekende films.

De grootste aantrekkingskracht voor mij is de hoofdpersoon, Brisco County jr. Bruce Campbell heeft gezegd dat Brisco County zijn favoriete karakter was om te spelen. Hij is positief, geletterd, tolerant, avontuur en charismatisch. Hij is door en door goed, maar realistisch genoeg dat je hem wilt zien winnen.
Brisco is een combinatie is van Lucky Luck en Indiana Jones als zijn Steamers zouden zijn.
Hij is een man die naar de toekomst uitkijkt en praat altijd over ‘The coming Thing.’ Daarom staat hij ook open voor nieuwe ideeën en de uitvindingen van professor Wickwire die allerlei Steampunk creaties uitvind.

Het is een serie die zichzelf niet serieus neemt en de makers weten daar heel goed misbruik van te maken. Het gebruikt elk cliché uit het western genre, maar geeft er net een andere draai aan waardoor de karakter het cliché overstijgen. Eén van deze karakters is Bad Luck Betty, een bijgelovige hulp Sheriff die allerlei ongelukken veroorzaakt. Je denkt dat je dit karakter al zo vaak hebt gezien, maar ze wordt zo neergezet dat ze niet dom of irritant overkomt. Het is een zorgzame vrouw die een bijdrage levert aan Brisco’s opdracht, maar heeft gewoon veel pech. Zo veel pech dat Brisco hier altijd rekeningen mee moet houden, maar niet zo erg dat het overheersend wordt.

Tegenwoordig wordt de serie onder Steampunk en Weird West geplaatst. En ik zie geen reden waarom niet. Brisco is van zichzelf een Steamer. County jr. gelooft heilig dat technologie al onze problemen zullen oplossen, zelfs als deze door slechteriken worden gebruikt.
Machine staan dan ook centraal in de serie, maar wat het leuk maakt is dat de makers niet alleen een machine in het script hebben gezet, maar ook hoe wij omgaan met machines. Zo moet Brisco het in één aflevering opnemen tegen een duitse motorbende (in de VS) en een tank die uiteraard bedoelt wordt door een apathische machinist. 

Lord Bowler
Helaas werd de serie na één seizoen geschrapt. De reactie van het publiek was gemengd. Sommige vonden het de meest vermakelijke western die op dat moment op televisie was. Andere vonden het te gewelddadig. Dat had er mee te maken dat elke stoot bij een bokswedstrijd als een aparte daad van agressie werd meerekent in onderzoeken naar geweld op televisie.
Wat mij zelf erg opviel was dat er geen enkele Native American in de serie voorkomt. Er wordt wel over gepraat en zijn partner tegen wil en dank 'Lord Bowler' (Julius Carry) is half sioux, maar voor de rest lijken ze onzichtbaar


Het plot heeft ook de nodige problemen. Het Orb-plot is het langlopende in de serie, maar speelt vaak mee in de achtergrond terwijl de afleveringen zijn gericht op de schurk van de dag die de Orb in zijn bezit heeft. Vermakelijk, dat wel, maar het gebrek aan directe continuïteit tussen de afleveringen hield kijkers niet thuis. Dat was noodzakelijk omdat het programma op het tijdslot viel van vrijdagavond.
Ondanks de hoge kwaliteit van de serie nam het aantal kijkers af toen het Orb plot halverwege de serie was afgelopen.
Het is ook duidelijk merkbaar in de laatste aflevering dat iedereen wist dat de serie niet zou worden voorgezet, want dan gaat de cast voluit. Karakters uit voorgaande afleveringen komen terug, dwaze scenés vol gekkigheid, Campbell die naar zijn eigen films verwijst en andere verwijzingen komen aan bod, waaronder Patton (1970). Ook de meest indrukwekkende machine komt voor in deze aflevering. 

Het is waarschijnlijk één van de bijzonderste afleveringen  die ik ooit
in een serie heb gezien. Niet alleen is het een hommage aan zichzelf, maar ook aan andere tijdloze films die alleen nog maar bekend zijn filmliefhebbers. Het bewijst dat de makers precies wisten voor wie deze serie bedoeld was en zelfs met de kennis dat ze zouden worden afgeschreven door hebben gezet.
Nu vallen the Adventures of Brisco County Jr. onder de onderbroken grote, zoals Firefly (2003), Jericho (2006) en Carnivále(2003-2005).

Aan Steamers kan ik deze zeer aanraden. Het is één van de weinige series die de televisie heeft gehaald. De hele serie is te verkrijgen op DVD.

Friday 24 May 2013

Tank Dreams: Super Heavy Tanks






In 1904 schreef H.G. Wells het korte verhaal ‘The Land Iron Clads’. Het was profetisch verhaal van waarin enorme voertuigen, gemodeleerd naar de Ironclads uit de Amerikaanse burgeroorlog, over pikkeldraad en loopgraven heen reden zonder enige tegenstand.
Zijn visie was dat deze landschepen veldslagen met elkaar zouden uitvechten, zoals dat op zee gebeurde. Het concept van de gevechtskoepel was al bekend maar werd in Wells tijd nog maar beperkt toegepast op schepen.
Het Landschip wordt nu als een voorbode op de moderne tank beschouwd, maar niet zoals Wells had voorgesteld. Hij stelde zich letterlijk schepen voor. Verrijdbare forten op het land met tientallen bemanningsleden, zo niet meer.
In werkelijkheid heeft het nooit vorm gekregen zoals Wells het zich had voorgesteld. Hoewel de eerste tank, de Britse Vickers Mark I, wel het idee een landschip werd uitgewerkt zijn landvloten nooit realiteit geworden.
De grootste tanks die in massaproductie is genomen en daadwerkelijk zijn gebruikt is de Tiger II/Panzerkampfwagen VIB (69,7 ton), beter bekend als de Köningstiger. Dit monster was de schrik van de geallieerde soldaten en tankbemanningen. Een waardige opvolger van de al gevreesde TigerI/Panzerkampfwagen VI (55 ton).
 De meningen over de relevantie van de Tiger II in de strijd zijn echter verdeeld. Sommige vinden het een belangrijke tank die de loop van de oorlog zou kunnen beïnvloeden als Duitsland genoeg tijd had om ze te produceren en de technische fouten er uit had kunnen halen. Ook had Duitsland niet genoeg brandstof om deze tanks in beweging te houden waardoor veel Tigers zijn verlaten door hun bemanningen.
Tegenstanders wijzen op de complexiteit van de tank en dat de onderhoud niet in verhouding stond tot de prestaties, maar dat kan worden verweten aan het gejaagde ontwerp- en productieproces.
Waar het concept werkelijk faalde waren de constructiekosten. Het feit dat de tank te groot was en een makkelijk doel voor vliegtuigen en antitank-geschut. Het was traag, zwaar en te groot om de meeste bruggen over te steken of over smalle wegen te rijden. Ja, het was koning onder de tanks, maar één zonder kleren.


Na de Tweede Wereld Oorlog was het idee van de Super Zware Tank een stille dood gestorven. Tijdens de oorlog al werd de bruikbaarheid van zware tanks al in twijfel getrokken door de geallieerde, vooral in de VS, en na de oorlog bleek er geen plaats voor hen in de oorlogsvoering. Maar het concept blijft fascineren. Wat als deze rijdende forten realiteit waren geworden?
FCM Char 2C

Het concept van de Super Zware Tank was in WO I ontstaan. In Frankrijk hadden de ontwerpers als eerste het idee van een tank met een geschutkoepel bedacht, de Renault FT-17 (zie eerder artikel), en besloten direct verder te gaan met nieuwe ontwerpen. Dit resulteerde in tanks als de middelzware tank Renault R35/R40 en de zware tank Char B1 Bis.
De Fransen bleken innovatieve tankbouwers en dat zijn ze nog steeds. Waar Fransen in de mei-dagen van 1940 in ontbrak was tactieken, waardoor de Duitsers met inferieure voertuigen over het Franse leger heen walste. Desondanks waren te duitse tanks bemanningen doodsbenauwd voor de zwaar bepantserde B1 waar hun kogels niet door heen konden komen. 
Het dan ook niet verbazend dat de eerste Super Zware Tank een Franse was. De FCM Char 2C (68 ton). Ontwikkeld in 1916 en gebouwd in 1918-1921 werd dit de grootste operationele tank ooit gebouwd.
In totaal zijn tien van deze monsters gebouwd door het scheepswerf FCM (landschip?), maar deze waren te laat voor de WOI. Te ouderwets voor WOII. In 1921 werd productie ook gestaakt omdat het leger meer interesse had in de kleinere FT-17’s van Renault

De Franse FCM F1 werd het tweede ontwerp. Een langwerpige tank met twee geschutskoepels, met beide twee kanonnen op papier. Meer konden ze er niet op kwijt tenzij ze het gestel nog groter maakte, maar dat zou gewoon raar zijn. Wel hebben ze de achterste koepels hoger geplaatst zodat deze over de voorste koepel kon schieten.

FCM F1
In dit ontwerp is het idee van een landschip waarschijnlijk het meest zichtbaar. De ontwerpers hadden letterlijk het idee om een Draughtnought op het land te bouwen. Ik vraag me ook af of Wells zijn landshepen zo zou hebben voorgesteld als hij had geweten dat de geschutskoepel een toekomst hadden.
De ontwikkeling van de FCM F1 was in 1939 afgerond en twaalf waren besteld door het leger, maar ze zijn niet opgeleverd, vanwege binnenvallende Duitsers, en zo.
De 10 FCM 2C’s, hoewel deze niet hebben mee gevochten, werden de door de Fransen vernietigd om te voorkomen dat deze in Duitse handen vielen. Daarom kennen wij deze voertuigen alleen uit foto’s.
Kennelijk zagen de Duitsers ook niets in het ontwerp en hebben het verworpen”: ‘Super Zware tanks. Bespottelijk! Nein, Nein! Rijdende kustbatterijen zijn de toekomst!’
Dan komen we bij de meest megalomane ontwerpen die ooit zijn ontsproten uit het menselijk brein… Die ze ook hebben getracht te produceren bedoel ik dan. Er zijn vast veel ergere ideeën, zoals enorme robotspinnen.

Maus Panzer VIII

Het is jammer dat Hitler verbonden wordt met zoveel kwaad en menselijk leiden, anders had ik grappen kunnen maken over het feit dat hij een goede Steamer zou zijn geweest. Niet alleen had hij een goede smaak in kleding en uniformen, hij was een man die geloofde dat technologie alles mogelijk maakte. Dat was waarschijnlijk de reden dat hij instemde met dit soort projecten. 
Hitler wilde de tegenstand altijd een stap voor zijn. Hij geloofde dat de super zware Panzerkampfwagen VIII ‘Maus’ die in 1942 werd ontwikkeld de tweede generatie tanks zou worden. De Maus was in principe een blok staal van 188 ton met rupsbanden eronder en een scheepskoepel er bovenop; ter vergelijking, de Tiger II was 69,7 ton.
Hitler was er van overtuigd dat de Geallieerde dit concept ook zouden toepassen, dus wilde beval hij dat de ontwikkeling van de derde generatie tanks van start moest gaan.



Daarmee komen wij bij de Landkruizer P.1000 ‘Ratte’ (1000 ton), die werd voorgesteld in 1942. Met een dubbelloops gevechtskoepel en nog twee kleinere luchtafweer- of anti-tank kanonnen op de achterkant. Kennelijk hadden ze daar ruimte over. Verder had het een slaapzaal en zelfs een garage voor motoren. Het was werkelijk een fort op het land.
Dit idee kwam van Porsch, die het aan Hitler had voorgesteld. Hitler was natuurlijk blij als een kind. Maar net als een kind was hij het kennelijk snel vergeten, want in 1943 had zijn architect Albert Speer een einde aan het project gemaakt; tot grote teleurstelling van de fabrikanten Krupp en Porsch. Krupp had zelfs de gevechtskoepel al klaar, en alles. Deze koepel werd later onderdeel van de Atlantic Wall.  
Na de val van het Derde Rijk kwam een einde aan de zware tank. De Duitse Maus en de Amerikaanse T28/T95 kwamen na wat omzwervingen in musa terecht zonder deel te nemen aan de strijd. Eigenlijk moeten we geluk spreken dat deze wapens niets meer zijn dan museumstukken, maar toch. Deze voertuig spreken tot de verbeelding. Wat als ze werden doorontwikkeld en verfijnd, welke voertuigen zouden daaruit zijn voortgekomen? Voor welke vreedzame doeleinde zouden ze kunnen gebruiken? Wat van avonturen zouden we hiermee kunnen beleven?

Nou,kennelijk helpen ze ons de ruimte in te gaan. NASA heeft twee Crawlers (2700 ton) genaamd Hanz en Franz die gebruikt worden om te lanceren shuttles en raketten te verplaatsen.
later kwam daar de graafmachine Bagger 288 van 13.500 ton bij die gebouwd is door, jawel(!), Krupp! Kennelijk heeft de fabrikant toch nog zijn droom kunnen realiseren. 


Hanz of Franz? Wie zal het zeggen?


Saturday 18 May 2013

Kick Starter: Girl Genius volume 12

Girl Genius. Adventure, Romance, Mad Science.
Het moest er eens van komen. Girl Genius is een webcomic over een vrouwelijke uitvinder in een fantasie wereld met Steampunk elementen: Kwaadaardige genieën, klokwerk robots, laser pistolen etc.



Deze strip is geen traditionele Steampunk, maar Gaslamp Fantasy (of Industrial Fatasy, afhankelijk aan wie je het vraagt) die is bedacht door Kaja en Phil Foglio.
Immiddels is Girl Genius een stripserie, die loopt vanaf 1993 en zowel door Steamers als niet-Steamers wordt gelezen vanwege het avontuur een het gevoel voor humor. Om dit project te bekostigen brengt het bedrijf van tijd tot tijd paperbacks uit van de strip, maar nu willen ze extra dikke uitgave uitbrengen. Daar hebben ze echter geld voor nodig. Vandaar dat ze deze kickstarter zijn begonnen, met uiteraard toepasselijke beloningen.

Als u nog niet bekend bent met deze titel, ga naar www.girlgeniusonline.com

Wednesday 15 May 2013

Nostalgie naar het koloniale tijdperk



Ik werd aangenaam verrast door een artikel in de NRC over een alternatieve historische beweging in Indonesië, genaamd ‘Plesiran Tempo Doeloe’.

 
Foto door Anoek Steketee

Plesiran Tempo Doeloe betekend zoals als, plezierreis door de verleden tijd. De Het is een historische beweging waarbij jonge mensen, vooral studenten, zich kleden in koloniale en traditionele kledij en historische locaties in de grote steden bezoeken, zoals koloniale gebouwen. 

Vanuit een Nederlands perspectief lijkt het vreemd dat de deelnemers juist liefhebbers zijn van deze periode uit de Indonesische geschiedenis. Als er in Nederland maar gehint wordt dat wij trots mogen zijn op ons koloniale verleden is de wereld al te klein. Neem premier Balkenends opmerking over de VOC-mentaliteit. Het enige waar Nederland zijn koloniale verleden mee mag associëren is schaamte. 

Maar deze geschiedenisliefhebbers hebben van deze periode hun passie gemaakt. Ze verzamelen KNIL militaria, rijden rond op omafietsen en verdiepen zich in de koloniale cultuur. Deze periode fascineert en inspireert hen. Veel van de architectuur uit die periode wordt bijvoorbeeld niet meer toegepast terwijl het nog steeds van toepassing is in het klimaat.
Maar waarom? Nederlanders zijn vijf jaar bezet geweest door Duitsland en niemand tegenwoordig denkt: ‘Nou, die Duitsers waren zo gek nog niet.’
In Indonesië lijkt het net andersom. Eerst knikkeren ze ons eruit en nu willen ze ons terug. Wat bezielt hen in Indonesië?
 
De oorzaak ligt waarschijnlijk in het dictatoriale tijdperk van Soeharto en Soeharto waarin Indonesiërs vrijwel niets leerde over de koloniale periode. Het werd in Indonesië behandeld zoals de middeleeuwen in Europa; niet de moeite waard om te bespreken. De Indonesische opstand daarin tegen was de renaissance en werd daarom volop behandeld.
Na de val van de dictatuur mocht deze periode werd worden onderzocht, maar veel was vergeten. Het nalatenschap van de kolonialen werden door een nieuwe bril bekeken; niet alles aan deze periode was slecht. Eigenlijk konden ze er veel van leren.
Het is een gebruikelijk patroon dat, wanneer een regime bepaalde ontwikkelingen en ideeën onderdrukt deze als een geiser uit grond komen zo snel de situatie het toelaat.
Plesiran Tempo Doeloe is een reactie op het censuur van het oude regime, waardoor ze het koloniale verleden wellicht romantiseren en misschien iets te rooskleurig afschilderen.
Maar de deelnemers zijn zich hier ook van bewust. Het werd gewoon tijd om het koloniale verleden met de Indonesische geschiedenis te verenigen.

'Vroeger is een ver land’ van Anoek Steketee en Arnold van Bruggen is van 26 april tot en met 1 september te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam