Friday, 10 May 2013

Vergeten held: Tanks die zinken voor het vaderland




Het is weer 10 mei.
63 jaar geleden vielen de Duitsers Nederland binnen en het leek mij een mooie gelegenheid om iets speciaals te doen. Nu heb ik geen Steampunk gerelateerd onderwerp klaar liggen wat daarmee verbonden kan worden, maar wel iets anders.
De gene die mij kennen weten dat ik een behoorlijke World of Tanks fanaat ben. WOT is een online videospel dat gratis te downloaden is. Hier gaan teams van 15 tanks tegen elkaar vechten. Al deze tanks zijn ontwikkeld in periode 1916–1950. Het zijn niet alleen bestaande tanks, maar ook tanks die nooit in productie zijn genomen. Niet alleen geeft dat een grote variatie in voertuigen, het laat ook de ontwikkeling die deze voertuigen door hebben gemaakt. Wargaming heeft nu ook World of Warplanes, die nu in de Beta is. World of Warships is nu in ontwikkeling. De droom van het bedrijf is om deze drie titels te perfectioneren en uit eindelijk  in één titel te combineren. 

Genoeg daarover. Ik wil het hebben over een held uit die periode die geheel vergeten is. Na de oorlog is hij ook nooit terug gevonden.
Iedereen die een beetje geschiedenis kent weet dat Nederland niet klaar was voor de strijd. Al in 1938 wist men dat oorlog niet voorkomen kon worden, maar Nederland trachtte zijn neutrale positie te behouden. Maar Nederland was de haventoegang tot het vaste land en lag precies tussen Duitsland en Engeland in. Daarnaast had het haar koloniën die door Japan werden bedreigd, dus Nederland moest keuzes maken wie het te vriend moest houden.
Na de val van Polen en Tjechië en de annexatie van Oostenrijk vervloog de hoop dat Duitsland Nederland met rust zou laten en de bevolking begon zich zorgen te maken over de defensie van het land.

Nederland had voorbereidingen getroffen. Er werden stelling gebouwd, waaronder op de
Panzerkampfwagen II
Grebbenberg. De Afsluitdijk werd gefortificeerd in het noorden en bij Den Haag werden luchtafweer kanonnen in stelling gebracht. Veel van deze 2cm luchtafweer kanonnen werden op particulier initiatief gekocht en werden op bedrijfsterreinen opgesteld. Deze waren mede verantwoordelijk voor de mislukte landingsoperaties bij Den Haag.
De Nederlandse bevolking was echter lang niet zo bang voor bombardementen als voor de Duitse Panzers. De Duitsers produceerde veel propaganda en na hun eerste veroveringen legde zij veel nadruk op het succes van hun tanks. Het beeld wat men kreeg was dat hun tanks onoverwinnelijk waren. Deze propaganda was zo succesvol dat men het nog steeds geloofd.
Eerst een mythe uit de wereld helpen. Eén van de fabels is dat de Duitser hun overwinningen 1939-1940 te danken hadden aan hun superieure tanks. De Panzer I en Panzer II’s waren echter lichte tanks met een relatief zwakke bewapening en waren in 1940 al achterhaald.
In Frankrijk waren de deze licht Panzers geen uitdaging voor de Franse zware tank B1 bis, wiens pantser zelfs te dik was voor de meeste antitank wapens, net als het pantser van de middelzware
SOMUA S35. De
B1 bis zware tank
Franse medium tank R-35/R-40 die waren uitgerust met een 37mm kanon die de Duitse tanks met relatief gemak konden uitschakelen. Een
Duitse generaal had ook gezegd dat ze vier jaar meer nodig hadden gehad om hun tanks op het niveau te krijgen van de Fransen. Maar Hitler geloofde heilig in Blitskrieg en de Duitse tanks die daar speciaal voor waren ontworpen.
Het waren de blitzkrieg tactieken en de daar bijhorende precisie bombardementen van de Stuka duikbommenwerkers waardoor de Duitsers effectiever waren dan die van hun Franse tegenstanders. Maar het aantal verloren Panzers I’s en II’s van de Duitsers was hoog. 
Waarom deze achtergrond informatie. Wat heeft het te maken met de held van dit verhaal?

Nederland had voor de oorlog 117 lichte tanks en 35 middelzware tanks in bestelling staan, maar in 1939 vreesde men dat het te laat was. Wapenfabrieken waren over bezet en materiele keuzes werden steeds uitgesteld.
Nederland besloot om haar strategie op de waterlinies te richten, want defensieve strategieën werkte zo goed in WO I. Daarom benadrukte de regering dat, Ieder geval Holland en Zeeland, veilig achter het water lagen (De rest van het land? Ach.)
Maar veel Nederlanders waren sceptisch en wezen de regering op de Duitse tanks waar de Nazi propagandamachine dankbaar gebruik van maakte, ondanks dat ze achterhaald waren.
‘Maar de Duitse tanks dan? Kunnen die niet door elk terrein rijden?’ werd er gevraagd.
Het heette dan wel de Waterlinie, er waren veel moerassen waar deze voertuigen door heen konden rijden.
Ook generaals begonnen te twijfelen aan het plan. Daarom besloot de tweede kamer in 1938 de zorgen van de bevolking weg te nemen door welgeteld één tank aan te schaffen en deze door de ondergelopen velden te laten rijden: de Renault FT-17.


De Renault FT-17 was samen met de Sneidertank  een van de eerste Franse tank in de Eerste Wereld oorlog werd ontwikkeld. De FT 17 verschilde sterk van de beroemde Engelse Mark I t/m Mark VIII tanks (aka Tomboys) .
  De FT-17 was de voorloper van de moderne tank, met een draaiende gevechtskoepel. Eerst werd deze uitgerust met een machinegeweer, maar later werd deze ook voorzien 3,5 cm kanon. Al spoedig zagen de Fransen de meerwaarde van het voertuig in en gebruikte het naast een aanvalswapen ook als bepantserd radiovoertuig zodat ze niet langer afhankelijk waren van postduiven.
In de interbellum periode (1918-1939) werd de FT-17 in meerdere varianten geëxporteerd naar de koloniën, China en Amerika, zoals de NC-31. Daarna werden er ruim 500 van deze tanks door de Fransen in de meidagen van 1940 ingezet. Daarnaast hadden ze nog ruim 1000 FT’s in opslag zonder bewapening. Deze werden na de verovering door de Duitsers, net als de zware B1 bis, als trainings- en bewakingsvoertuigen gebruikt – de Beutepanzer. 


Voor meer info
De Nederlandse FT-17 was dus een verouderde tank, maar met een trotse geschiedenis en vandaag de dag bijna vergeten.
Ik had er nooit van gehoord, totdat ik World of Tanks ging spelen. De Mark I mocht aantonen hoe effectief tanks konden zijn in de eerste Wereld Oorlog en de Nederlandse FT-17 werd aangeschaft om aan te tonen hoe ineffectief tanks waren in het Nederlandse landschap. De FT-17 viel herhaaldelijk op zijn kant als het door een ondergelopen veld probeerde te rijden of zakte weg in de modder. De Nederlandse kranten schilderde deze tank af als, ‘The little tank that couldn’t.’
Dat was de grootste bijdragen die deze FT-17 heeft geleverd tijdens de oorlog. In de mei-dagen zou ze niet meevechten tegen de Duitsers. Wat er daarna met deze FT-17 is gebeurd is onbekend. Waarschijnlijk is deze, net als de Franse FT’s voor oefen en bewakingsdoeleinde gebruikt.
In het openluchtmuseum Overloon staat nog een FT met Duitse camouflage kleurenen markeringen, maar het zou toch mooi zijn geweest als het de
echte was als een soort eerbetoon voor de bewezen diensten.

No comments:

Post a Comment